Kleine Keulse pot WA24088

Leuk klein formaat Keulse pot. Puntgaaf.

In de zomer werden groenten geoogst, zoals peulvruchten en koolsoorten. Voor het inmaken gebruikte men zout, een grof linnen doek en een houten plankje.

In de Keulse pot legde men fijn gesneden laagjes schoongemaakte, rauwe groente afgewisseld met laagjes zout, tot bovenaan toe. Daarop werd dan een schone doek gelegd, vervolgens het plankje en de steen. De steen diende, om door stevige druk, het vocht uit de groenten te persen en de bovenste laag onder de pekel te houden. De pot werd op een koele plaats gezet.
De potten werden in het begin om de 14 dagen nagekeken, later om de 3 à 4 weken. Het vocht moest worden verwijderd. Ook werd er weer een schone doek op gelegd. Steen en plankje moesten goed worden afgespoeld. Zo nodig voegde men nieuwe pekel toe.

In de winter werd een portie groente uit de pot gehaald en goed afgespoeld. De huishoudens beschikten rond 1900 niet over een diepvries, evenmin over weckflessen. Toch was het bewaren van groente en fruit van belang. Op het platteland waren toen nog de meeste gezinnen wat groenten, vlees en eieren betreft zelfvoorzienend. Snijbonen en zuurkool waren typische wintergroenten uit de Keulse pot.

Maat: 20,3 cm hoog, breedte bij handvaten 18 cm en een doorsnee van 14 cm

Artikel: WA24088

---

Betaal veilig met

• Overboeking
• Betalen bij afhalen
• iDEAL